Beschrijving
Voor de productie van deze schuimwijn met een lichte ‘geuzetoets’ worden Sirius- en Merzlingdruiven gebruikt. De druiven komen gecontamineerd binnen. Ze worden ontsteeld en gekneusd, waarna de spontane gisting haar werk doet. Door de Ijzenbeekvallei komen er de brettanomyces brusellensis en andere wilde gisten in het druivensap. Vervolgens worden de druiven geperst. De vergistingstank wordt hermetisch afgesloten. Nadien wordt een cultuurgist bijgedaan, gevolgd door een malolactische gisting alvorens de tweede gisting van start gaat. Ongeveer anderhalve maand later worden de flessen gedegorgeerd en voegt men er een likeur d’expedition aan toe. Typisch voor deze schuimwijn is het geuzearoma en alsook de lichte prikkeling achteraan op de tong.